Door de tunnel des doods naar Samarkand



Flexibiliteit is een belangrijk gegeven tijdens (fiets) vakanties. 
De afgelopen dagen hebben we goede alternatieven voor de oorspronkelijke plannen bedacht. Terug in Dushanbe vanuit Khorogh hebben we diverse opties voor de komende dagen bestudeerd en de keuze valt op een bezoek aan Samarkand in Oezbekistan.
Zes jaar geleden moest Everhard 500km over slechte wegen fietsen om in omgekeerde richting vanuit Oezbekistan in Dushanbe te geraken. Nu is een dichterbij gelegen grensovergang open voor toeristen, zo’n 15km buiten Panjakent. Deze route van 310km voert over goed asfalt met uiteraard een bergpas op 2700m hoogte om te beklimmen.

Met zijn drieën fietsen we over een stuk modern M41 door Dushanbe. In een buitenwijk nemen we een alternatieve en parallel aan de hoofdroute lopende weg, in de hoop op minder verkeer. Deze route blijkt een uitdagende ervaring die ons door steeds smallere onverharde straatjes stuurt. Op den duur moeten we de fiets over trappen heen tillen,  daarbij geholpen door de bewoners, om onze weg terug naar 
het asfalt te vinden.
De mooie asfaltweg blijft licht, maar merkbaar, stijgen en komt langs diverse buitenhuizen en recreatiespots voor de meer welgestelde Tadzjieken.  Althans, langs de rivier zien we redelijk wat grote, goed onderhouden huizen met  zwembaden en vele reclameborden voor resorts en zwemparadijzen.

We hebben een gemiddelde van 50km per dag ingecalculeerd, ook met het zicht op Everhard’s nog maar net begonnen herstel. Rond deze kilometerstand houden Ab en Elma halt bij een theehuis/ restaurant, bestellen een pot groene thee en wachten op Everhard. Helaas blijkt deze een minder fijne fietservaring te hebben vandaag, de kracht is nog niet teruggekeerd in de benen en hij is met veel moeite en weinig plezier naar boven gekomen. Er zijn geen duidelijke overnachtingsmogelijkheden in dit dorp. Vanaf de weg is aan de overzijde van de rivier zien we een veldje, een geschikte kampeerplek. We fietsen over de brug, kloppen aan bij de naastgelegen poort en vragen of we er mogen kamperen. De vriendelijke bewoners vinden hun eigen tuin hier veel geschikter voor. In een mum van tijd staan onze tenten in één van de doorlopende tuinen rond hun eigen woning en voor een nu verlaten buurhuis.

Camping in de tuin

Ze vragen of we ook willen eten.  Enigszins onzeker over wat het resultaat van een bevestigend antwoord zal zijn, antwoorden we toch “ja”.  Nadat we de tent hebben opgezet wordt ons met gebaren duidelijk gemaakt dat we aan een tafel plaats moeten nemen. Het wordt duidelijk dat deze mensen van weinig geld rond moeten komen, maar wij zijn heimelijk blij dat op tafel wat brood, fruit, yoghurt, koekjes en een simpele salade zijn verschenen en geen vlees. 
Tijdens de maaltijd converseren we, wederom via Google Translate, met  de gastvrije huiseigenaren. Zij blijken de beheerders van het terrein, ze passen op de aanpalende panden en tuinen, vakantie huizen in het bezit van inwoners uit  Dushanbe. Zo ook, vermoeden wij de tuin, die vannacht onze camping vormt en bij het buurhuis hoort. Bij navraag over de kosten van ons onderdak wordt de vraag weggewuifd. Omdat onze gastheer en dame de volgende morgen vroeger moeten werken dan wij de tuin verlaten, laten we geld en een briefje achter. Op het briefje hebben we (hopelijk) “dank u wel” in het Tadzjieks geschreven, maar met Google Translate en in cyrillisch alfabet weet je het nooit helemaal zeker.

Everhard besluit om terug te fietsen naar Dushanbe en te zien of hij  eerder naar Nederland terug kan vliegen. Mochten de kosten van het omboeken van de vlucht meevallen, dan komen ook Ab en Elma retour en zullen we met zijn drieën terug te vliegen. We ontbijten samen in het theehuis  waar we gistermiddag zijn gestopt, Everhard stapt op richting Dushanbe, Ab en Elma fietsen verder omhoog, richting de pas.


In eerste instantie blijft de weg gestaag omhoog gaan, met hooguit  rond de 5% stijgingspercentage. Helaas blijken er wel 22 tunnels in de  weg aangebracht. Op twee hiervan na gaat het eigenlijk om galerijen,  maar in tegenstelling tot Europa zijn deze geheel gesloten in plaats  van voorzien van openingen aan de zijkant voor licht, lucht en  uitzicht. Blijkbaar is er één mal voor dit soort constructies: die voor een tunnel. Sommige tunnels kunnen via een onverharde “onderhoudsweg” die aan de buitenzijde van de tunnel zijn aangelegd worden omzeilt, maar helaas geldt dit niet voor een langere variant van 1 kilometer lengte.

Deze tunnel had een onderhoudsweg – vol met geiten

Het stijgingspercentage neemt richting de top flink toe en bovenaan verschijnt de ultieme tunnel des doods voor deze regio: de vijf kilometer lange, slecht verlichte, niet geventileerde, van oneffen wegdek voorziene, Anzob tunnel1. Gelukkig  krijgen we heel snel een lift aangeboden in de laadbak van een vrachtwagen.

lift in een ege laadbak

Vrij kort nadat we weer op de fiets zijn gestapt worden we bij een hek over de weg aan de kant gedirigeerd door iemand wiens uitdossing ons doet geloven dat het weer eens om een controle gaat. Niets is echter minder waar, we worden in een soort kabelbaan cabine getrakteerd op meloen en brood.


De route door de bergen is mooi, ondanks de tunnels en het voor ons  nog wat onwennige, drukkere verkeer. De afdaling geeft, zoals wel  vaker, een ander beeld: in plaats van wijdere uitzichten, fietsen we  door een kloof naar beneden. Een prachtige afdaling!

Rond 4 uur ’s middags vragen we ons af waar we vandaag kunnen  overnachten. We zijn gestopt bij een druk aandoend dorpje, volgens de apps ioverlander en mapsme zou hier een rustige overnachtingsplek voor fietsers moeten  zijn. We twijfelen, maar zien verder ook geen geschikte plek op de kaart. Uiteindelijk blijkt een paar honderd meter verder het dorp in een rustig park te liggen, met aan de rand smalle terrassen die zeer geschikt zijn als kampeerplek.
Ook een in Nederland werkzame Zwitserse fietser kiest uiteindelijk voor deze  locatie. We drinken met hem ‘s avonds samen een kop thee, terwijl hij verhaald over de frustraties en perikelen van het opgestuurd krijgen van een nieuwe buitenband voor zijn fiets.

De volgende dag fietsen we gevoelsmatig eindeloos op- en neer, met een  flinke dosis steile stukken. De bergen worden lager en de omgeving wordt wijdser. Aan het eind van de middag bereiken we wederom het punt  dat een kampeerplek gevonden moet worden. Deze keer kiezen we voor een lichte heuvel naast de weg, iets uit het zicht en onder een boompje. De locatie blijkt wat minder geschikt. Het is een met heel veel keien en distels bezaaid stuk land. We zoeken een zo vlak mogelijk stukje op, vegen zoveel mogelijk  stenen en keien weg en plaatsen de tent. We kijken uit over de weg  en zien nog wat fietsers passeren. Vrijwel alle fietsers op deze route fietsen deze in  omgekeerde richting, naar het oosten, zo ook een stel dat vanaf de weg  onze tent ziet staan. Op basis van onze aanwezigheid komen zij onze kant op. Ondanks de gesteldheid van het terrein besluiten ook zij om hier de tent op te zetten. Tijdens de kennismaking blijkt dat zij dachten dat wij de Zwitser waren, waarmee we gisteren de kampeerplek gedeeld hadden. We wisselen ervaringen uit onder het genot van een kop koffie en thee en noemen het een dag.

de route na de tunnel (klik voor grotere afbeeldingen)

Vandaag hebben we een kleinere afstand van 40km voor ogen. Het doel is  Panjakent, de laatste stad voor de grens met Oezbekistan. We hebben een hotel met eigen badkamer geboekt, zodat we na vier dagen en drie nachten eindelijk kunnen douchen en kleding kunnen wassen. Daarnaast moeten we even rustig uit kunnen
zoeken of er nog iets bijzonders is met betrekking tot Oezbekistan, de grens overgang, andere valuta, enzovoort.
De heuvels verdwijnen, de weg wordt steeds vlakker, de temperatuur stijgt nog iets verder, maar we bereiken in het begin van de middag het al geboekte hotel. De  kleine stad beleefde als onderdeel van de zijderoute in de 5e eeuw een bloei periode. Afgezien van de 4km buiten het centrum gelegen, niet al te best bewaarde ruïnes, is hier  tegenwoordig niet veel meer van merkbaar. Een breed geasfalteerde verkeersader met winkeltjes en een bazaar vormt de kern van de stad, hier buiten is al snel weer sprake van onverharde wegen met kleine wat  armoedige huizen. Op een terras aan de verkeersader doen we ons te goed aan een softijsje. De sprinkles krijgen we gratis, want toeristen eten (bijna) nooit een ijsje hier.
Het hotel bevalt prima, uitgerust en schoon bestijgen we de fiets voor de 65km tocht naar Samarkand. De weg is inmiddels volledig vlak en we  bereiken vrij snel de grens. We zig-zaggen heen en weer tussen paspoort controles, stempelende beambten en douane kantoren, worden na enig wachten en tot ongenoegen van de locals uit de rij geplukt voor snellere behandeling. Na het röntgenapparaat waar alle tassen doorheen moeten, zijn we in Oezbekistan. De laatste ruim 40 kilometer gaat over een iets smallere weg met slechter asfalt, veel verkeer en door een aaneenschakeling van bebouwing. De temperatuur is nog verder gestegen en we zijn blij dat we de vaart er goed in hebben, waardoor we voor de middag Samarkand bereiken. We nemen bij het  Registanplein snel een foto van onszelf en de fietsen…


In de tussentijd … Everhard’s Enerverende Ervaringen

Terwijl Ab en Elma zich via 22 tunnels een weg banen naar Samarkand keer ik terug naar Dushanbe; fietsen lukt nog steeds niet. Ik ben er helemaal klaar mee en probeer bij Turkish Airlines om mijn ticket om te wisselen, maar dat is niet eenvoudig. De eerste beschikbare vlucht is pas een week later en bovendien kost dat ongeveer $400,–. Daarom besluit ik om me later in de week bij Ab en Elma in Samarkand te voegen.

Om in Samarkand te komen moet ik op de noordelijke Terminal van Dushanbe een taxi nemen. Met een lokale taxi rijd ik daar in de ochtend naar toe en bij aankomst word ik direct omringd door een grote groep chauffeurs die allemaal aanbieden mij naar de grens richting Samarkand te brengen. Ik besluit met iemand mee te gaan die me verzekert dat hij onmiddellijk gaat vertrekken, want zijn auto zit al vol. Dat is natuurlijk niet het geval en het duurt een uur voordat hij voldoende passagiers heeft. In de taxi maak ik kennis met een Frans/Azerbeidzjaans stel dat me na enkele kilometers weet te vertellen dat deze taxi niet richting Samarkand, maar richting Tasjkent gaat. Ik meld de chauffeur dat dit niet de afspraak is en dwing hem mij terug te brengen naar de Terminal. Na een korte woordenwisseling keert hij om en kan ik opnieuw proberen vervoer te regelen.

Al snel vind ik een nieuwe taxi en ik moet plaatsnemen op de achterbank naast een Russische die haar lichaam als metafoor voor de omvang van het Russische rijk ziet en ter rechterzijde zit nog iemand. Ik zit klem met mijn hoofd tegen het dak. Na 100 meter ziet iedereen in dat dit niet werkt en mag ik ruilen met een vrouw die de voorstoel had ingenomen. Met mijn knieën tegen het dashboard gaan we op weg.

De chauffeur heeft een pittige rijstijl en al snel beginnen we auto’s in te halen. Het maakt niet uit of het daarbij om een veilige manoeuvre gaat, of dat het in een bocht naar rechts is, of als tegenliggers aankomen, of in een van de vele tunnels plaatsvindt. Ondertussen heeft hij ook nog tijd om zijn telefoon te controleren, of het volgende nummer op zijn playlist (waarover later meer) te starten, of met een doekje het dashboard schoon te maken, of om alle knopjes op het genoemde dashboard uit te proberen. Ook verkeersborden hebben geen enkele invloed op het inhaalgedrag. In zijn algemeenheid geldt overigens dat verkeersborden hier als suggestie worden gezien; je hoeft je niet aan de ge- of verboden te houden. Voetgangers die gebruik willen maken van een zebrapad om over te steken wordt op overtuigende wijze met luid claxonneren duidelijk gemaakt dat ze die actie even moeten uitstellen willen ze niet worden overreden. Af en toe zijn er snelheidscontroles, maar de Tadzjiekse chauffeurs weten uit ervaring waar deze plaatsvinden en anders worden ze tijdig gewaarschuwd door de lichtsignalen van hun tegenliggers.

In de taxi klinken luid de klanken van de muziekvoorkeur van onze chauffeur die om ons te vermaken de top 100 van de slechtste Tadzjiekse muziek aller tijden heeft opstaan. Het zal jullie niet verbazen dat veel van deze nummers ook zijn terug te beluisteren in de top 100 alle slechtste muziek ter wereld. Uit betrouwbare bron heb ik vernomen dat in de top 8 van die lijst 7 Tadzjiekse nummers zijn opgenomen! Hoe dan ook, de rijstijl van de chauffeur leidt ertoe dat de grens naar Oezbekistan in zeer korte tijd wordt bereikt.

De grensovergang is een stuk vriendelijker en eenvoudiger dan toen ik zes jaar geleden de oversteek naar Tadzjikistan maakte. Moesten toen alle tassen nog worden opengemaakt, nu worden toeristen vooraan in de rij met wachtenden geplaatst en krijgen we een vriendelijk welkomstwoord. Aan de Oezbeekse zijde wachten meerdere taxi’s. Ik besluit om niet te wachten op 3 extra passagiers en met een privé taxi leg ik de laatste 40 km af. Ik neem intrek in hetzelfde hotel waar ik de vorige keer heb gelogeerd dat vlak naast het mausoleum van Emir Temur ligt (volgens vele Oezbeken de stichter van de staat) en wacht op de Ab en Elma.

Het is warm in Samarkand. Ab en Elma krijgen het niet cadeau tijdens de laatste 60 km die hen van Panjakent naar de stad moeten brengen. De rit verloopt echter boven verwachting en ’s middags gaan we gelijk de stad in om een eerste indruk te krijgen.

Eindelijk miljonair !!
Helaas in Oezbeekse Som
We hebben ook aan bier cultuur gedaan, in deze hele kleine bar

Registan

De Registan

We lopen door een park in de richting van de Registan; het hoogtepunt van de stad. Registan dat zandige vlakte betekent, is het hart van de stad en bestaat uit drie medresses (koranscholen) die tegenover elkaar gelegen zijn. De gebouwen zijn in het verleden, maar dat geldt voor alle monumenten, zwaar verwaarloosd en pas in de afgelopen tientallen jaren gerestaureerd. Gereconstrueerd is misschien een beter woord, want het is niet helemaal duidelijk hoe deze immense gebouwen er vroeger uit hebben gezien. Hoe dan ook maken ze een betoverende indruk.

De oudste medresse is gebouwd tijdens het bewind van Ulugbek, een kleinzoon van de grote Temur en is voltooid in 1420. Deze heerser is vooral bekend als wetenschapper en zou zelf onder andere wiskunde hebben onderwezen in deze koranschool. Elders in de stad liggen de resten van een observatorium waar hij astronomische waarnemingen heeft verricht en op die manier de duur van een jaar tot op enkele seconden nauwkeurig heeft weten te berekenen. Bedenk daarbij dat de telescoop nog niet was uitgevonden! Zijn naam wordt dan ook in een adem genoemd met beroemde astronomen als Bracho en Copernicus. De andere twee koranscholen zijn pas twee eeuwen later gebouwd en op het tussengelegen plein was tot het begin van de twintigste eeuw een markt gevestigd. We gaan jullie niet vervelen met een uitgebreide geschiedenis van alle bouwwerken die we hebben bewonderd en laten de beelden voor zich spreken. Weet wel dat we na enkele dagen van rondkijken behoorlijk tegeltjes-moe zijn geworden. 😊

Registan (klik voor grotere afbeeldingen)

Shah-i-Zinda

Een necropolis bestaande uit een verzameling gebouwen uit de 11e t/m 15e en 19e eeuw. De naam is afgeleid van de bijnaam van de de neef van Mohammed, die hier ook begraven zou zijn.

Shah-I-Zinda (klik voor grotere afbeeldingen)

gepaste eerbied bij Shah-i-Zinda

Gur-e-Amir (Timur’s tomb)

Ulugbek observatory

Diversen

We gaan ook nog voor de minder platgelopen bezienswaardigheden.
Samarkand verbeterde vanaf het jaar 750 het van Chinese krijgsgevangenen geleerde papier productie proces door het bast van lokale bomen te gebruiken, en dit te polijsten. Dit proces is te te bezichtigen op een locatie waar in een rustige setting langs een beekje ook andere oude ambachten zijn te bekijken.
Een enigszins verborgen mooi oud huis van een voormalig handelaar waarvan de zoon een kopje kleiner is gemaakt door Stalin.
In de Joodse wijk met smalle straatjes worden we door een aardige man binnen gelaten in de afgesloten synagoge.

Bukhara

Omdat Ab en Elma besluiten met een taxi terug te rijden van Panjakent naar Dushanbe hebben we tijd om ook een bezoek te brengen aan Bukhara, een andere bekende stad van de zijderoute. We kunnen een comfortabele intercity heen en een bullet train terug.

Die stad heeft een totaal andere sfeer dan Samarkand. Waar in Samarkand de monumenten verspreid liggen tussen moderne gebouwen, is Bukhara een soort openluchtmuseum waar vrijwel de gehele binnenstad een monumentale status heeft. Ook daar is vrijwel alles gereconstrueerd, want de Russen hebben in 1920 de stad zwaar gebombardeerd toen ze Oezbekistan wilden inlijven in de Sovjet Unie. Behalve de vele religieuze gebouwen zijn hier vele caravanserais bewaard gebleven, een soort motels waar de karavanen veilig konden overnachten. Ook hier weer veel koranscholen, maar ook veel overdekte markthallen.
Een van de meest imposante gebouwen is de Ark, een gigantisch fort met enorme muren dat een terrein van zo’n 4 hectare omspant.
We vinden locatie van de cover foto van de Lonely Planet, een fotogenieke oude handelslocatie met vier torentjes.

Bukhara (klik voor grotere afbeeldingen)

Na twee dagen keren we met de hogesnelheidstrein terug naar Samarkand. De volgende dag fietsen Ab en Elma terug naar Panjakent en pakken daar de volgende dag een taxi naar Dushanbe. Everhard volgt een dag later en we arriveren ongeveer gelijkertijd in Dushanbe.

Enkele tientallen kilometers voordat we Dushanbe binnenrijden valt ons op dat de rivier die langs de weg stroomt veel woester is dan we ons herinneren. Bovendien is het water niet meer helder, maar heeft een koffie met melk tint gekregen. Plotseling moeten we vaart minderen omdat de weg onder de modder verscholen gaat. De dag voor onze aankomst heeft een enorm noodweer plaatsgevonden waardoor tal van aardverschuivingen heeft plaatsgevonden. Ook in de stad is overal de schade te zien die aan dertien mensen het leven heeft gekost. De halve stad zit zonder water en ook in ons hotel is dat het geval. In de straten rijden vrachtwagens rond die de bewoners van water voorzien. Inmiddels is de watervoorziening weer op orde en wordt de ravage opgeruimd.

De laatste dagen in Dushanbe bezoeken we twee musea waar de archeologische vondsten in Tajikistan zijn te bezichtigen. We eten in een Indiaas restaurant en zijn verbaasd dat alle gerechten tegelijkertijd worden geserveerd; in Tadzjikistan is dat nogal uniek. De laatste dag gebruiken we om onze fietsen in te pakken en ons voor te bereiden op de thuisreis.








  1. En dit na de opknapbeurt in 2018. Daarvoor overspoelde de tunnel ook nog eens regelmatig, met als gevolg vijvers ter grootte van een kleine auto. ↩︎

2 gedachtes over “Door de tunnel des doods naar Samarkand

  1. Snap dat jullie even geen tegeltjes meer hoeven te zien, maar tis allemaal wel heeeel erg prachtig! Dank voor de mooie reisverhalen de afgelopen weken, erg leuk om jullie zo te volgen. Voor nu: Hele goede reis terug!!

    Like

Plaats een reactie