Met 10 liter diesel door de Bartangvallei

Op 6 augustus keren Ab en Elma terug van hun rondje Wakhan en diezelfde avond maken we al plannen voor het vervolg van de vakantie. We overleggen met Said, de eigenaar van de Pamir Lodge om een rondje door de Pamir te maken in een 4wd Toyota Landcruiser. We willen hoe dan ook de Bartangvallei bekijken. Deze vallei is volgens velen mooier dan de Wakhan, maar ook veel ruiger en onvoorspelbaarder. Regelmatig vinden aardverschuivingen plaats die de ‘weg’ doen verdwijnen. Recentelijk is een van de rivieren buiten haar oevers getreden waardoor een deel van de weg, zo’n 300 m, is weggespoeld en onder water staat. Nog geen week geleden is een SUV daar door het water verrast en door de rivier meegesleurd; de inzittenden kwamen met de schrik vrij, maar de auto was total loss. Zodra Said van onze plannen hoort belt hij met een kennis die ter plaatse een bulldozer heeft staan en die ons in geval van nood kan helpen om dit lastige stuk te overbruggen. Het enige probleem is dat hij geen diesel heeft om de motor te starten. Als we 10 liter diesel voor hem meenemen dan wil hij ons met alle liefde helpen.

Het plan krijgt concrete vormen. Na de Bartang rijden we door naar Karakol, het laatste dorpje voor de grens met Kirgizië. Daarna rijden we over de M41, de formele naam van de Pamir Highway, terug over de Ak Baitalpas, met z’n 4655 m boven zeeniveau de hoogste pas van de route. naar Murghab en Alichur. We zullen via het Nationaal Park, een UNESCO park, twee bergmeren en een geyser bezoeken en keren daarna terug richting Khorogh via een andere vallei, namelijk de Shakdara.

Everhard is inmiddels redelijk opgeknapt, maar omdat de darmproblemen aanhouden gaat hij op maandag toch nog een keer langs het ziekenhuis voor een update. Hij vindt dezelfde arts die hij de week ervoor gesproken heeft en met behulp van Google Translate wordt bepaald dat een antibioticakuur onvermijdelijk is. Everhard is op de fiets naar het ziekenhuis gereden en dit zijn de enige 11 kilometers die hij in de Pamir heeft gefietst.

De Bartang

Op dinsdag vertrekken we met de Landcruiser, een ouder model (er zit nog een cassettespeler in de radio). Als eerste bezoeken we de Bartang. De reden is dat het op maandag koeler was dan normaal en dat beïnvloedt de waterstand in de rivier die daardoor lager is dan op warme dagen wanneer het ijs van de gletsjers sneller smelt. Daarnaast is Said geadviseerd om ’s morgens vroeg de rivier te doorkruisen, voordat de zon teveel kracht heeft. Vanuit Khorogh rijden we in noordelijke richting en vlak voor Rushon slaan we rechtsaf de vallei in. Na een kilometer of tien bereiken we Jizei waar je over een smalle hangbrug de rivier kan oversteken voor een wandeling naar een vijf kilometer verderop gelegen dorpje.

De smalle hangbrug naar Jizei
De kabelbaan waarmee tot voor kort de rivier moest worden overgestoken

Tot voor kort kon de rivier alleen worden overgestoken in een krat opgehangen aan een kabel waarbij je jezelf naar de overkant moet trekken. We laten de wandeling voor wat het is en rijden verder de vallei in, maar niet nadat we eerst de brug zijn overgestoken en wat foto’s hebben gemaakt. De vallei begint als een smalle kloof en de landschappen zijn spectaculair. Said vertelt dat de enige(?) Tadjiekse film voor een gedeelte is opgenomen in de Bartang, en wijst ons een van de film locaties.

De Bartang

De weg wordt slechter en slechter. In tegenstelling tot de Wakhanvallei is de Bartang veel geaccidenteerder(*) en veel minder wijds. Omdat we zo dicht mogelijk bij de locatie willen komen waar de weg is weggeslagen rijden we lang door en bereiken als de zon ondergaat een gehucht waar Said een homestay weet. Dit dorp is in 2015 getroffen door een aardbeving en daarbij zijn vrijwel alle huizen zwaar beschadigd. De regering heeft ervoor gezorgd dat het dorp opnieuw is opgebouwd, maar de bewoners hebben ook hun oude huizen gerepareerd. We overnachten bij de onderwijzeres van het dorp. In hun nieuwe huis hebben ze een homestay gevestigd, ze wonen zelf in hun oude huis. Haar school is afgelopen voorjaar zwaar beschadigd en onbruikbaar en voorlopig lijkt herstel van het gebouw nog ver weg. Zij geeft daarom de kinderen les bij haar thuis. Haar dochter gaat naar een school in Ghudara, een plaatsje op 6 kilometer afstand en loopt dagelijks van en naar school; ook in de winter als er een meter sneeuw ligt en de wolven die nu nog hoog in de bergen verblijven naar de vallei afdalen.

(*) voor niet archeologen: met een ongelijk grondoppervlak vol hoogteverschillen.

Onze homestay bij Ghudara

De volgende ochtend krijgen we zes eieren als ontbijt, ieder! Terwijl we nog aan het eten zijn komt onze gastvrouw vragen of we wel genoeg hebben. Na het ontbijt rijden we verder om zo snel mogelijk het gedeelte te bereiken waar de weg is verdwenen, circa 10 km verderop. In het nabijgelegen dorp laten we de 10 liter diesel achter. De chauffeur van de bulldozer geeft aan dat het geen probleem moet zijn om de rivier te doorkruisen en blijft thuis. Als we de plek des onheils naderen zien we de bulldozer staan met het wrak van de SUV die laatst door de rivier is meegesleurd. Op advies van Said stappen wij uit en lopen langs de rivier naar de andere kant terwijl hij de auto door de rivier stuurt. Het gaat allemaal goed behalve dan dat een achterband lek raakt en moet worden verwisseld.

De weg is weg
Lekke band

We rijden verder in de richting van Karakol en passeren diverse aardverschuivingen. We zijn onder de indruk van het geweld waarmee die verschuivingen plaatsvinden en ervoor zorgen dat de weg volledig is weggeslagen.

Op bezoek bij een herdersfamilie waar we yoghurt en boter krijgen gemaakt van geitenmelk. Heel zuur!
Aardverschuiving

Op een van de plekken is de oorspronkelijke doorgang door een riviertje volledig verdwenen en moeten we op zoek naar een plek waar we kunnen oversteken.

De weg is weer weg: op zoek naar een doorwaadbare plaats

Naarmate we dichter bij de M41 komen wordt het landschap vlakker en zien we af en toe een kudde Jaks grazen.

Jaks

Karakol

Aan het eind van de middag bereiken we Karakol, een dorpje op zo’n 40 km van de grens met Kirgizië. Omdat de grens is gesloten is er vrijwel geen verkeer meer over de weg die het dorp doorkruist. Het lijkt erop dat ongeveer 90% van de bevolking is verdwenen en heel veel huizen staan leeg.

Homestay in Karakol

In de afgelopen weken is de grens opengesteld voor toeristen en lijkt het dorp weer iets op te leven. Maar van alleen toeristen kunnen ze niet leven. De plaatsnaam is afgeleid van het naastgelegen meer (Karakol = zwart meer), dat in werkelijkheid prachtige blauw is. Een wandeling naar de oever om te genieten van de zonsondergang is van korte duur vanwege de enorme hoeveelheid muggen die een ware plaag vormen. Diverse groepjes toeristen haasten zich kort langs de waterkant en vluchten dan terug naar homestay waar ze verblijven.

Karakol

De volgende dag rijden we richting Murghab en passeren de Ak Baital, de hoogste pas van de Pamir Highway met een hoogte van 4655 m boven zeeniveau ooit de hoogste pas van de voormalige USSR.

De grens met China: eindeloze paaltjes en hekwerk
Ak Baital: 4655 m boven zeeniveau

Vlak voor Murghab maken we nog een uitstapje naar een aantal meren, maar die blijken grotendeels te zijn opgedroogd. Als we terugkeren op de hoofdweg zien we opeens een aantal mannen met een stuk of vijf kamelen die op weg zijn naar Murghab.

Ozero Sharkul
Kamelen

De bazaar van Murghab is sowieso een eigenaardige bezienswaardigheid; de meeste winkels zitten in zeecontainers, maar als wij aankomen zijn ze voor een middagpauze gesloten. Na de lunch doen we een rondje over de containermarkt en rijden daarna verder richting Alichur waar we aan het begin van de avond aankomen.

Alichur

Alichur
Wandeling door Alichur naar de waterpomp

We worden uiterst gastvrij ontvangen in Shukrona homestay. De dame des huizes geeft een van haar dochters de opdracht de banja voor ons klaar te maken: een grote pot water wordt warm gemaakt op een met koeienvlaaien gestookte kachel. De pot heet water en een pot koud water worden in de badkamer gezet, zodat je zelf je water op temperatuur kunt mengen voordat je die met een pannetje over jezelf heengiet. Heerlijk schoon schuiven we aan tafel voor lekkere soep en meloen.

Vlakbij Alichur liggen twee meren (Bulunkul en Yashikul) die we de volgende  dag bezoeken. We genieten van het uitzicht en rijden daarna naar een nabijgelegen geyser die zowaar met enige regelmaat een straal water opspuit. De geyser ligt heel afgelegen en is moeilijk te bereiken. Waarschijnlijk is het daarom geen druk bezochte toeristische attractie.

Yashikul
Geyser

Shakdara vallei

Terug op de M41 met het slechte wegdek dat ook al door Ab en Elma is vervloekt op de fiets, rijden we richting Khorogh. Het duurt enige tijd voordat de weg beter wordt en net als we ons lekker hebben genesteld in onze stoelen en willen gaan genieten van het uitzicht geeft Said aan dat we van de weg afgaan om de Shakdara vallei in te rijden. Volgens hem duurt het slechts vijf uur om via die route Khorogh te bereiken, maar de eerste kilometers komen we nauwelijks vooruit. Het is alsof we van steen naar steen moeten springen om de helling te kunnen bedwingen.

In de Bartang had Said de rit onderbroken met een bezoek aan een authentieke herdershut. We werden daar onthaald met onder andere zeer zure geitenyoghurt. In het Engels heet dit een acquired taste, wij hebben het weg weten te werken met behulp van de nodige scheppen suiker. In de Shakdara worden we wederom bij een herdersfamilie uitgenodigd voor yoghurt en room, ditmaal van koeienmelk. Als de dochter des huizes echter met een schapenbout de hut inloopt maken we snel duidelijk dat we geen vlees eten!

Bezoek aan een herdersfamilie met koeien waar we wederom mogen genieten van yoghurt, room en boter.

Said koopt een soort brokken (geen idee hoe dat heet) die volgens hem een ingrediënt vormen van plov (ook wel pilav, een rijstgerecht). Daarnaast koopt hij een pot met olie, gemaakt van koeienmelk die hij thuis toevoegt aan de thee. We vermoeden dat het een soort boterthee is, maar hebben geen behoefte te proeven. Glibberend en glijdend over de losse stenen vervolgen we onze weg naar de pas. De pas is uiterst smal en een tegenligger is hier zeker niet gewenst. We halen zonder tegenliggers de top en beginnen daarna aan een adembenemende afdaling. Eerst is de weg nog heel smal en het stroompje dat naast de weg loopt is nog heel pril. We passeren diverse herders met hun kuddes en we wijzen elkaar op de koddige marmotten die fluitend waarschuwen voor onze aanwezigheid om daarna zo snel mogelijk onder de grond te verdwijnen.

Verkeershinder in de Shakdaravallei met op de achtergrond Pik Marx. Veel bergtoppen zijn vernoemd naar de hoofdrolspelers van het marxisme en communisme

Na een paar kilometers passeren we een Frans stel op de fiets. Ze hebben duidelijk geen haast want hij ligt languit in het gras in de schaduw van zijn fiets. Op onze vraag of het goed met ze gaat komt al snel een bevestigend antwoord. Als we vertellen dat we uit Nederland komen laat hij weten dat zijn vader Nederlands is, maar dat hij geen woord Nederlands spreekt. Ze zijn al ruim twee jaar onderweg en als we verder rijden bedenken Ab en Elma zich dat ze hem en zijn partner waarschijnlijk twee jaar eerder in Verona zijn tegengekomen; de fietswereld is klein.

Ruïne van een fort

We vervolgen onze tocht en passeren de ruïnes van een fort dat ooit deel uitmaakte van een serie van fortificaties die de vallei moesten beschermen. Waartegen is ons niet duidelijk geworden, maar mogelijk trokken handelskaravanen langs die anders de kans liepen te worden overvallen. De weg wordt steeds beter en het lijkt erop dat we toch binnen vijf uur onze bestemming zullen bereiken. Opeens worden we echter geconfronteerd met een overstroming en de enige sporen die we zien zijn van een rupskraan die blijkbaar ongehinderd verder kon rijden waar wij helaas moeten terugkeren. We zijn aangekomen in Shakdara, het dorpje dat de vallei haar naam heeft gegeven en dat is getroffen door een grote aardverschuiving. Volgens diverse dorpsbewoners, die allen enthousiast door Said worden begroet met ‘Salem Aleikum’, melden dat er een omleidingsroute is, maar die is niet aangegeven. Via steeds kleinere geitenpaadjes rijden we om de plaats des onheils heen. Op een bepaald moment moet Said achteruit, omlaag rijden op zo’n smal zandpad om tegemoetkomend verkeer de ruimte te geven. Hij laat ons uitstappen zodat wij niet met hem in het ravijn terechtkomen mocht het misgaan. Alles gaat goed en uiteindelijk  bereiken we de grote weg weer en al snel passeren we de rampplek. Een enorme modderstroom heeft meerdere huizen meegesleurd en we zijn geschokt door de grote ravage die is aangericht.

Het gaat nu snel en we naderen Khorogh. Het valt ons op dat naarmate we dichterbij onze bestemming komen steeds meer vlaggen aan de kant van de weg opduiken. Bruggen hangen vol vlaggen en ook officiële gebouwen, maar ook woonhuizen tonen de nationale driekleur. Dit heeft alles te maken met het komende bezoek van de president Emomalii Rachmon. Zijn portret kennen we inmiddels want het versiert bruggen, schoolgebouwen, tunnels, billboards, enzovoorts. Deze Leider van de natie is al meer dan 30 jaar (ondemocratisch) aan de macht en heeft een enorme persoonlijkheidscultus rond zichzelf opgebouwd. Het is vrijwel onmogelijk om met Tadzjieken over politiek te praten en we laten het daarom meestal bij een paar algemene opmerkingen en luisteren beleefd naar alle loftuitingen aan het adres van de president.

Aangekomen in de Pamir Lodge krijgen we soep met brood van Said’s vrouw. Zij is ontzettend gastvrij en heeft Everhard enorm gesteund en geholpen in de weken dat hij in de Lodge verbleef. Diverse malen is zij met hem meegegaan naar het ziekenhuis om als tolk  op te treden. Werkelijk een ontzettend aardige (gast)vrouw!

Na de afgelopen vier dagen zijn we enigszins overgestimuleerd door alle overdonderende uitzichten en ervaringen. Lange dagen in de auto reizen is een andere wijze van beleven dan met de fiets langzamer door een land trekken.

Koorddansers

De volgende ochtend maken we ons klaar voor de reis naar Dushanbe. Allereerst moeten de fietsen op het dak van de auto en Said en Elma balanceren als koorddansers op de imperiaal om de fietsen zo zorgvuldig mogelijk vast te zetten. Om elf uur vertrekken we, maar niet nadat we eerst nog een goed gevulde soep krijgen voorgeschoteld. In de soep drijven grote stukken lever die niet door iedereen even goed worden gewaardeerd.

Soep

Van Korogh naar Qal’ai Khumb

We laten Khorogh achter ons en rijden in noordelijke richting naar Rushon en passeren de afslag naar de Bartang vallei. Alles gaat voorspoedig, zeker als we horen dat de blokkades al om vier uur ’s middags zijn opgeheven in plaats van het gebruikelijke tijdstip om half zeven. We hebben goede hoop dat we ruim voor zonsondergang onze bestemming van de dag, Qal’ai Khumb gaan bereiken. Opeens worden we geconfronteerd met een wegversperring. Enkele honderden meters voor ons is een groot deel van de berg opgeblazen en het puin verspert de weg.

Wegversperring

Een zware graafmachine is druk bezig met het wegdraaien van de rotsblokken, maar ondanks zijn enorme omvang lijkt het alsof iemand met een theelepeltje probeert om de VAM-berg bij Wijster te verplaatsen. We kijken gelaten toe terwijl de machinist de grote stenen, sommige zijn meerdere kuubs groot naast de weg in de Panj-rivier laat rollen. Het verhaal gaat dat de Taliban in het tegenovergelegen Afghanistan af en toe op de veelal Chinese wegwerkers heeft geschoten om te voorkomen dat Tadzjikistan met deze werkwijze op oneigenlijke wijze haar grondgebied vergrootte.

Terwijl we wachten komen steeds meer auto’s aangereden. In plaats van aan te sluiten in de rij is een bepaalde groep automobilisten van mening dat ze gewoon door mogen rijden; dit zijn vooral overheidsdienaren die met hun grote Toyota’s de  weg volledig blokkeren zodat ook als de weg wordt vrijgegeven het verkeer volledig vast blijft zitten. Na een paar uur is de versperring opgeruimd en begint het verkeer te rijden: dit is het begin van een enorme chaos. Het tegenoverliggende verkeer krijgt als eerste de kans om door te rijden maar worden daarin gedwarsboomd door de overheidsdienaren die vinden dat zij, omdat ze more equal  zijn dan wij recht hebben op eerste doorgang. Het duurt ongeveer een half uur voordat de chaos is opgelost, maar intussen hebben ook enkele vrachtauto’s hun recht van overgang opgeëist en we komen terecht in een lange file die tergend langzaam richting Qal’ai Khumb verder rijdt.

Inmiddels is het half zeven geweest en al het vrachtverkeer dat geduldig wachtte tot de formele opening van de weg komt ook in beweging. Het resultaat is nog meer opstoppingen omdat de weg niet breder is dan één (vracht)auto waardoor we gedwongen worden om geregeld op iets bredere weggedeelten te wachten tot het tegemoetkomende verkeer voorbij is. Natuurlijk worden we op dergelijke momenten ingehaald door de overheidsdienaren die gewoon doorrijden. De zon gaat onder en het rijden over de onverlichte weg wordt een steeds grotere uitdaging die Said tot het uiterste brengt. Pas na elf uur ’s avonds bereiken we ons hotel; over de laatste 100 km hebben we meer dan zeven uur gedaan. We eten nog een bakje noodles en proberen te slapen in onze snikhete hotelkamer.

Karon

Voor we de volgende dag doorrijden naar Dushanbe gaan we een paar kilometer terug om een archeologische vindplaats te bezoeken. Said had ons al in Khorogh verteld over Karon, de oudste nederzetting van Tadzjikistan en wilde deze graag aan ons tonen. Karon, ook wel Karon palace genoemd (en volgens sommigen het Macchu Pichu van Tadzjikistan) is een oude, uit steen opgetrokken stad die hoog boven het dal van de Panj-rivier eeuwenlang een machtscentrum heeft gevormd. De conservering van de stad is opmerkelijk.

Karon
Watertempel gewijd aan Zarathustra. De man met de hoed is onze lokale gids

Onderin het dal staat een grote watertempel die volgens de onderzoekers is gewijd aan Zoroaster, ook wel Zarathustra. Als we na een spannende klim naar boven (met de auto) bij Karon aankomen en we deze willen bekijken komt uit het niets een vitale, oude herder(?) tevoorschijn die ons rondleidt door de prachtige ruïnes. Hij toont ons de recentelijk opgegraven ondergrondse kanaaltjes die vanuit een cisterne aan de overkant van het dal water aanvoerden naar de tempel. Aan de overkant is ook een plek waar de doden werden achtergelaten om te worden opgegeten door de wilde dieren. Onze gids neemt ons mee op een pad dat steeds hoger de berg opvoert.

Het poloveld gezien vanaf het helikopterplatform. Het veld meet ongeveer 300 x 50 meter. Links is een soort skybox zichtbaar. Dit is een replica van de skybox die door de koning gebruikt zou zijn om de wedstrijden te volgen. De replica is gebouwd voor de president zodat hij niet te ver hoefde te lopen.

We passeren een helikopterplatform dat speciaal is aangelegd voor de president toen hij de locatie een bezoek bracht in 2014. Vanaf het platform hebben we een prachtig uitzicht op een sportveld van 300 bij 50 meter waar polo gespeeld werd (de ruwe variant waarbij ruiters op paarden een (dode?) geit op het terrein van de tegenstander proberen te krijgen). Volgens de onderzoekers zouden hier 10.000 toeschouwers een zitplaats kunnen vinden. Wanneer je je bedenkt dat de autonome regio Gorno Badakshan (oppervlak Litouwen) nu nog slechts 230.000 inwoners heeft, dan plaatst dat het belang van Karon in een ander perspectief.

Het pad gaat verder omhoog en uiteindelijk bereiken we de top van de berg waar we tientallen restanten van huizen aantreffen opgebouwd uit natuursteen. In sommige kamertjes liggen uitgehakte stenen plateaus

Op de top van de berg

waarop dieren werden geslacht. De locatie is pas in 2012 ontdekt en ieder jaar wordt een gedeelte opgegraven. Toch lijkt de belangstelling van de Tadzjieken niet groot te zijn en wordt weinig aandacht gegeven aan deze plek. We lopen weer omlaag en komen bij een groot ommuurd terrein dat waarschijnlijk een vergaderplek was. Ook werden hier offers gebracht

Uitleg over het mozaïek

waarbij dieren werden geslacht (althans de gootjes die hier lopen lijken daarop te wijzen).

We nemen afscheid van onze gids en rijden via de zuidelijke route naar Dushanbe. Deze weg is vrijwel volledig geasfalteerd en na een rit van ongeveer zes uur zonder opmerkelijke gebeurtenissen bereiken we de Green House Hostel.

2 gedachtes over “Met 10 liter diesel door de Bartangvallei

Plaats een reactie